“Een talisman is een voorwerp dat geluk brengt”, lees ik. Tijdens het lezen, pak ik mijn kettinkje tussen duim en wijsvinger. Is dit een talisman?
Het gouden kettinkje heb ik vier jaar geleden van mijn moeder gekregen. Zij droeg het toen zij en mijn vader elkaar het ja-woord gaven. De hangertjes heb ik van mijn oma geërfd, die vier jaar geleden op 92-jarige leeftijd overleed. Ik zie haar voor me met haar bedelarmbandje van sterrenbeelden. Ze had negen bedeltjes en negen kleinkinderen. Ieder kleinkind zou na haar overlijden een bedeltje erven. Maar niet al mijn neven en nichten wilden er een. Dus mocht ik uitkiezen. Zelf ben ik Ram van sterrenbeeld. Die had ze niet. Ik koos Vissen en Tweeling. Mijn opa was Vissen, mijn oma was Tweeling.
Het kettinkje van mijn moeder verbindt iets wezenlijks van mijn opa en van mijn oma en ik draag het. Ooit was ik geneigd hun lot te dragen. Liefdevol en onmogelijk. Nu draag ik het kettinkje en ik voel me door hen gedragen. Het herinnert me aan wie ik ben en waar ik vandaan kom. Het helpt me mijn plek in mijn systeem aan te nemen. Dat biedt me steun in mijn leven en mijn werk. Gedragen en gesteund in wie ik ben. Ik ben Inge, dochter en kleindochter.
‘Tweeling’ herinnert mij er aan dat ik een ‘alleen geboren tweeling’ ben. Al mijn relaties worden (onbewust) beïnvloed door de vroege scheiding van mijn tweelingbroer. Inmiddels ben ik mij daarvan bewust. Dat helpt. Ik herken mijn gedachten, vrezen, pijn en dynamieken nu. Zo zal ik een ander nooit in de steek laten en de ander mag mij niet verlaten. Bindingsangst en verlatingsangst hand in hand. Liever lekker saampjes, want eenzaamheid vrees ik het meest. Iets in mij gelooft verantwoordelijk te zijn voor zijn dood: ‘Ik heb hem doodgetrapt met al mijn levenslust’. Mijn levenslust dus voortaan onder controle houden, onderdrukken. Wat ga ik anders nog meer aanrichten? Stel je voor een klompje cellen. Dat kan feitelijk niet en toch dat schuldgevoel. Ietwat oververantwoordelijk dat het allemaal mijn schuld is, maakt dat ik me oververantwoordelijk voel voor het wel of niet slagen van mijn relaties. Kansloos. En ik was behoorlijk razend op het leven zelf. Waarom? Dit is niet eerlijk. Mijn tweelingbedeltje herinnert mij aan dit verhaal en helpt me omgaan met mijn angst, rouw, eenzaamheid, verantwoordelijkheid, verlangens, leven. In plaats van me vast te ketenen in een relatie of de ander in de houdgreep bij me te houden, kan ik nu in een liefdevolle, voedende partnerrelatie gelukkig mezelf zijn.
Mooie visie, maar zo lukt het in mijn leven niet altijd. Het ‘Vissen’ bedeltje herinnert me eraan dat ik ervoor zorg dat ik ‘vrij en in verbinding’ met de ander mijn eigen leven leef. Vissen zwemmen los van elkaar. Ze kunnen niet in elkaar verstrikt raken. Ze zwemmen met elkaar mee, om elkaar heen of ieder een ander kant op. Dus als ik wil gaan dansen met een vriendin en niet met mijn partner, vreest iets in mij vanuit dat oude verhaal dat hij boos bij mij weg zal lopen. En weggaan mag van mijn bange, innerlijke kind echt niet. Ik ben geneigd thuis bij mijn partner te blijven en ons zo allebei gevangen te zetten. Dan pak ik mijn bedeltjes, herinner ik me dat ik Inge ben met een oud verhaal en dat ik niets te vrezen heb. Ik ga dansen. Hij gaat zijn eigen ding doen. Zeilen, een biertje drinken of … vissen.
Is dit een talisman? Ja. Het herinnert me eraan te doen wat ik doen moet: Inge zijn, vrij en in verbinding zijn. Ik geloof dat het geluk aantrekt. Ja, dit is mijn talisman.